KLANKONTWIKKELING

Het maakt geluid!!


Het start met kreetjes, piepjes. Harde en zachte geluiden, gilletjes, kreuntjes en soms lijkt op een klank. Dan een reeks van klanken, geluiden. Hard en zacht. Gebrabbel. En nog meer gebrabbel. Allemaal fervente pogingen om te komen tot dat ene woordje.


Leren praten is de meest ingewikkelde fijn motorische vaardigheid die de mens kent!


Kinderen van 4 jaar zijn gemiddeld voor 80% verstaanbaar, wat dus betekent dat ze de meeste klanken, klankcombinaties en woorden goed kunnen uitspreken. In 4 jaar! Wil je weten hoe? Lees verder!


Baby (8-12 m):

hmm-ma

mmm-mam

nnn-ja

mamamam

nja-nja

mum-mum

mama


"Kris (3;0 jaar) zegt /naan/ voor een banaan, maar als ik hem verbeter blijft hij hetzelfde zeggen, hoort hij niet goed?"


Ouders die nieuwsgierig zijn naar wat normaal is en wat anders. Niet eens zozeer omdat ze zich zorgen maken, maar ook uit interesse.


Weinig ouders hebben kennis over spraakontwikkeling. Niet gek, want je duikt er pas in als je er vragen over hebt, nieuwsgierig bent of wanneer bij jouw kind niet vanzelf gaat.
Het is heel normaal dat kinderen 'foutjes' maken in de spraakontwikkeling. En dan zijn zorgen
onnodig.

Waar kunnen ze dit te weten komen?

Google leidt je al snel naar vele informatieve sites, maar vaak voor de professionals geschreven met moeilijke termen, en weinig concrete voorbeelden.

Dat kan anders, want áls je op zoek bent naar informatie dan wil je snel duidelijke en begrijpelijke informatie waar je gelijk wat aan hebt.
Dat kan beter dacht ik.


de spraakontwikkeling van baby tot peuter

De algemene ontwikkeling van spraak staat hier beschreven per levensfase,

met voorbeelden en tips om de spraak- en taalontwikkeling te stimuleren!

0 tot 12 maanden

Het maakt geluid! Hoera!


Je zou het niet verwachten maar huilen is een belangrijke eerste stap in de spraakontwikkeling! Een baby communiceert in eerste instantie door te huilen. Als de baby ongeveer 2 maanden is begint het daarnaast geluiden te maken zoals kreuntjes, zuchtjes, kirretjes, gilletjes....


Geluid maken wordt een spelletje. De baby maakt bewegingen met de mond, de lippen en tong, en gaat spelen met toonhoogte. Hieruit ontstaan klanken zoals 'nnnnn' en 'aahhh' en geluidjes als 'eh-eh-eh' en ‘huuuuuh’. Dat noemen we ook wel vocaliseren. De baby probeert van alles uit: verschillende toonhoogtes, luidheden, roepen, grommen, krijsen, … een heel vocaal spel!


En soms kun je hier en daar een klank herkennen. Puur willekeurig, het betekent nog niets.
Maar voor de baby zelf gaat er een hier een heel ontwikkelingsproces van start.

Al snel gaat de baby meerdere geluidjes achter elkaar maken. De baby gebruikt de stem in combinatie met een bepaalde mondbeweging. Zo ontstaat het brabbelen: een opeenvolging van dezelfde klankenreeks: ‘da-da-da ’ of‘ mum-mum-mum’ of 'te-te-te-te'

Maar misschien klonk het bij jouw kindje wel anders. De variaties zijn eindeloos.


Het brabbelen is een belangrijke eerste stap in het spraakontwikkelingsproces.
Het kind ontdekt dat het zelf invloed heeft op de geluiden die het maakt "als ik mijn mond zo beweeg, hoor ik dit geluid". 
Waar de baby in het begin vaak dezelfde lettergreep blijft herhalen, komt er steeds meer variatie in.

Het kind neemt waar: "Als ik mijn mond zo beweeg, klinkt het zo".

In de Nederlandse taalverwerving zijn de eerste klanken meestal de klanken dit met de lippen worden gemaakt (/b, /m/ of /p/) of de tong (/t/, /d/, /n/). Hier is geen ‘normaal’, want de variatie is enorm en elk kind hoort andere woorden!

 spraakmotoriek

de spieren in de mond moeten meedoen

Het leren spreken gaat samen met de ontwikkeling van de spieren in je mond. Je leert niet 'ineens' hoe je de spieren in je mond moet gebruiken om te praten, dat is een heel proces.

Veel baby's hebben een fase van mondverkenning (van alles in je mond stoppen). Dit is een belangrijke fase waarbij het kind ontdekt hoe je de spieren in je mond kunt bewegen/gebruiken. Laat het dan ook lekker gebeuren!

ineens kletst ie niet meer zo veel

Soms komt het voor dat je baby enkele dagen wat stiller is en minder 'kletst'.


Waarschijnlijk is je kleintje bezig met zich te ontwikkelen op andere gebieden.


De spraaktaalontwikkeling kost veel energie, net als de ontwikkeling op andere gebieden. En dat kan niet allemaal tegelijk. Logisch toch?


Het is goed mogelijk dat je kleintje in deze periode een sprong maakt op motorisch gebied of in de emotionele ontwikkeling.


Babypraat mag gewoon!

"He poepie-poepiiiie!"

"Doe jij lachen? Doe jij lachen naar mama?"

"Aaah kiekeboe"


Herken je dit?  Deze babypraat, oftewel kindgerichte spraak, is interessant voor jonge kinderen. Zij luisteren liever naar spraak met overdreven mimiek en variërende intonatie. Enigzins overdreven communiceren blijkt wel doeltreffend. Er is niets mis mee  dus! 

Doe mee!

Baby's vertellen met heel hun lijfje. Naast de geluidjes die ze maken, gebruiken ze handen en voeten om je vanalles te vertellen. 

baby: mmm, kreun

jij: wil jij wat vertellen?

baby: kreun, uhuh

jij: oh ja? Dat is leuk!

Je denkt misschien dat het geen zin heeft om op deze manier te praten, want je kind begrijpt de taal nog niet. Maar je leert je kind op deze manier een hele belangrijke basis van het communiceren; reageren op elkaar. 


Alle baby's van de wereld

Het begin van het spraakontwikkelingsproces is universeel. Alle baby's uit de hele wereld laten dezelfde geluidjes horen! 

Geleidelijk aan vallen de klanken af die de baby nooit in zijn omgeving hoort. Dan blijven enkel nog de klanken over die in de moedertaal voorkomen.


Doe mee #2

Met dat gebrabbel probeert je kindje je al een boel te vertellen. Doe lekker mee om je kind te bevestigen in wat ie jou probeert te vertellen. Voeg daarnaast woorden toe.

Bijvoorbeeld samen in een boekje lezen. Wijs aan en benoem wat je ziet. Reageert je kindje met een geluidje, bevestig dit dan.

Baby: hum-hum

Jij: Ja de bal, ik zie een bal


Herhaling werkt!

De klanken die het vaakst aangeboden worden hoor je het snelst terug. 

Het eerste woordje van Demy (1 jaar) was ‘ei’ want elke dag ging hij samen met papa een ei halen uit het kippenhok. 

Het woord ‘ei’ hoorde Demy dus iedere dag, en hoorde bij een dagelijkse activiteit.  Door de vele  herhaling leerde Demy dit woord sneller dan andere woorden. 


Kijk mee!

Baby's kunnen veel duidelijk maken met hun ogen.

Door te volgen waar zij naar kijken, begrijp je wat ze waarnemen, waar de interesse naar uit gaat of waar ze iets over willen zeggen. 

Jij kan als ouder de gedachten verwoorden en hier een mooie toevoeging aan geven door het woord te noemen. 

'opa, dat is opa' 

'hap, boterham, hap'

'hond, kijk een hond'

1;0 jaar tot 2;6 jaar

Een hoop gebrabbel maar ook het eerste woordje!


Het eerste woordje komt vaak ergens tussen de 10 en 14 maanden.

Gemiddeld gezien spreekt een kind van 13 maanden zo'n 10 woordjes.

Deze woordjes hoeven nog niet volledig uitgesproken te worden. Je moet ook goed luisteren om de verschillende woordjes te kunnen onderscheiden.


Bijvoorbeeld baby (13m):

'mama', 'dada' =papa, 'ei', 'tij' =kijk, 'tie' =die, 'oe-aa' (=aap)

Daarnaast is het nog veel brabbeltaal. Allerlei kletspraatjes, maar door de intonatie (manier waarop) kun je vaak wel informatie halen.

Een kind leert vooral woordjes en klanken door de taal die het kind hoort en door anderen te
imiteren (nazeggen). Imitatie kun je soms ook uitlokken.

De klanken en woorden die het kind het vaakste hoort vanuit zijn omgeving worden meestal als eerste terug gehoord. De eerste woordjes zijn dan ook vaak de woordjes die jij en je partner vaak zeggen. Dat is vaak papa of mama maar denk ook aan de naam van een huisdier bijvoorbeeld of een functioneel woord als 'kijk' of 'dag'.


Over het algemeen zijn de eerste 50 woorden van een kind, korte woorden met een beperkt aantal klanken: p, m, b, t, n, k, w, j (Fikkert, 1994; Beers, 2003).


Een dreumes kan ook vaak nog protowoorden gebruiken. Dit zijn woordjes die verwijzen naar een voorwerp of ding. Zoals tuut voor auto of mauw voor de poes.

Naarmate het kleintje doorheeft dat volwassenen een ander woord gebruiken, zal hij of zij dit woord gaan overnemen.


De ‘spraakfoutjes’ die kinderen maken zijn vaak vereenvoudigingen van de spraak.

Het kind vervangt een klank die het nog niet geleerd heeft door een klank die het al wel geleerd heeft (rennen > jennen). Zo probeert het toch een woord te zeggen dat in de buurt komt.


De meeste vereenvoudigingen zijn normaal, alle peuters maken weleens deze spraakfoutjes. Omdat een kind nog niet alle klanken geleerd heeft, maar ook de verschillende lettergreepstructuren nog niet beheerst, kunnen verschillende woorden hetzelfde klinken.


Hoe langer de zin, hoe groter de kans op spraakverwarring. Dan moet je vaker gokken. Welk woordje bedoel je nu?


Kind 2;6 jaar:  “Mama, ikke die toe”


Dit kan betekenen ‘ik wil op die stoel’ of ‘ik wil die koe' of ‘ik wil daar naar toe’ of misschien wel iets totaal anders. Als ouder kun je je kind vaak begrijpen, omdat je gewend bent dat je kind iets op een bepaalde manier zegt. De situatie maakt vaak dat je er wel uitkomt.
Voor andere personen kan dit lastiger zijn en dan moet je soms als vertaler optreden.

langere woorden zijn moeilijker

Een dreumes maakt soms van een langer woord (met 2 lettergrepen) een makkelijker vorm. Dit omdat hij of zij de opeenvolging van de verschillende lettergreepstructuren en klanken nog niet geleerd heeft.


> Het kind herhaalt een lettergreep
(water > /wa-wa/ of krokokodil> /ko-ko/).


> Het kind laat een lettergreep weg
(cadeau > /do/ of gitaar > /taa/).


Rond de leeftijd van 2 jaar zullen deze vormen verdwijnen en zal het kind steeds dichter bij de goede uitspraak terecht komen.

alles is 'bal' hoort ie niet goed?

Jullie spelen vaak met de bal. Ineens hoor je dat je kleintje ook 'bal' zegt, hoera! Maar.. ook de pop en ander speelgoed worden nu 'bal' genoemd. Huh?


Dit heeft te maken met woordenschat, niet zozeer met klankontwikkeling.

Je kleintje heeft het woord 'bal' geassocieerd met 'spelen'. Alles wat met spelen te maken heeft wordt nu 'bal' genoemd.

Het is een tijdelijke fase. Je kindje zal vanzelf de andere woorden gaan herkennen en gebruiken.


De woordenschat groeit in de eerste 3 jaar exponentieel!


 woordenschat

de klankontwikkeling en de woordenschat

de eerste woordjes zijn vaak de woorden met klanken die je met de lippen maakt (b, p, m) of met de tong (t, d, n)

De eerste woorden zijn vaak woorden met de klanken die het kind als eerste leert: mama, papa, opa, boem, baby, dag, die, daar, hap, mee, mij, oma, aap, op, pop, eten, nee etc..


"Onze dochter Diede zegt 'tijt' in plaats van 'kijk', niets geks toch of wel...?"


"Nee dat is helemaal niet gek, hoewel... hoe oud is Diede?"


Diede is net 2 jaar. Het is niet gek dat zij een klank (die ze nog niet kan maken) vervangt door een andere klank (die ze wel kan maken).


De klankontwikkeling bij jonge kinderen gaat in stapjes. Veel kinderen vervangen eerst de klank /k/ door een /t/. Dit is een normaal proces. Dit proces neemt wel af rond de leeftijd van 2;6 jaar, wanneer het kind de klank /k/ geleerd heeft toe te passen in woorden.



Praat!

Praten is een wondermiddel. Bij het leren van spraak en taal zijn kinderen afhankelijk van input vanuit de omgeving. Vertel wat je doet, wat je ziet en wat je denkt in alle dagelijkse situaties,


'ik doe nu je sok aan,  en nog een sok aan'

'ik zie een bus rijden, dat is een grote bus' 


Elke situatie leent zich weer voor andere woorden, of je nu op de fiets zit of helpt met aankleden. 

Zo bied je een rijk taalaanbod waaorp het kind zich optimaal kan ontwikkelen.

Geef de tijd

Hele jonge kinderen hebben veel meer tijd nodig om taal te verwerken en te begrijpen. En ze kunnen situaties nog niet zo snel inschatten en overzien. De reactietijd is langer dan je denkt. Wel 7 seconden! 

Geef het kind daarom de tijd om te reageren op korte opdrachtjes of vragen, maar ook om zich realiseren wat er gebeurt.


Een voorbeeld van Brent (14 maanden) bij het gedag-zwaaien. Pas als iedereen weg is, gaat zijn handje omhoog en zegt hij: daaaa.  

Liedjes zingen

Liedjes zijn perfect om een dagelijks activiteit in te leiden. Het tanden poetsen, fruit eten of naar bed gaan. 

Rijmpjes of liedjes zijn waardevol in het taalleren, door het ritme (en herhaling) worden andere hersengebieden ook aangesproken (muzikaliteit). Ook biedt het vertrouwdheid. 

Na een tijdje vult je kind je misschien wel aan!


kiwi, appel, peer, 

banaan en nog veel ... meer!

Na-apen

Veel kinderen gaan na-apen. Ze herhalen (delen van) woorden die jij zojuist gezegd hebt. Dit noemen we imitatie. Het is niets geks, en juist een belangrijke stap in de spraak- en taalontwikkeling. Het kind laat zien interesse te hebben in woorden en deze te willen leren.


Jij 'jij kleurt met geel'

Kind: 'jeew'

Jij: Ja, geel, deze kleur is geel.


Dit wil niet zeggen dat het kind ook de betekenis van het woord kent. Het kind praat je willekeurig na op basis van wat hij waarneemt.  Maar het maakt zo belangrijke stappen in verkenning van het woord, een stap richting het woord leren. 

  2;6 jaar tot 4;0 jaar


In deze fase kan een kind zich steeds beter duidelijk maken met taal. De woordenschat groeit enorm op deze leeftijd. Elke week hoor je wel nieuwe woordjes bij je kind!

Maar deze nieuwe woorden worden niet altijd helemaal goed uitgesproken. Dit hoort bij de ontwikkeling. Peuters zijn nog druk bezig met het leren van de klankregels van de taal. 


Bijvoorbeeld: snoep > /noep/, rennen > /jennen/, banaan > /naan/


De vereenvoudigingsprocessen nemen af naarmate het kind de leeftijd van 4 jaar bereikt. Als deze processen niet afnemen, merk je dat gelijk in de verstaanbaarheid.


In de leeftijd van 3-4 jaar verbetert de verstaanbaarheid naar zo'n 75%.

Woorden met ingewikkelde klanken (zoals  'r', of 'sch') worden steeds beter uitgesproken, maar dat hoeft nog niet op deze leeftijd.  



 luisteren

je oren zijn een heel belangrijk orgaan voor de ontwikkeling van spraak en taal

De waarneming is de eerste stap. Als je kleintje woorden en klanken onvoldoende kan waarnemen, is het heel moeilijk om de betekenis er uit te halen en daarvan te leren.  Bij jonge kinderen komen oorontstekingen vaak voor. Doordat het vocht in het oor ophoopt, gaat dit vaak samen met een verminderd gehoor. Dit kan invloed hebben op de spraaktaalontwikkeling. Als de ontsteking lang aanhoudt worden er soms buisjes geplaatst.

Share by: